We weten het allemaal: iedereen maakt fouten in de teksten die hij of zij schrijft. Tikfouten, spelfouten of grammaticale fouten, ook mij overkomt het wel eens. Leuk om te weten: het was ooit veel erger! Pas in de derde klas van de middelbare school kreeg ik het kofschip zo uitgelegd dat ik het begreep. Tegenwoordig leren kinderen ’t ex-kofschipje (of xtc-koffieshopje). Maar dat terzijde. Waar het om gaat, is dat het na die uitleg nog niet ophield. Ik maakte nog steeds allerlei fouten. Gelukkig baart oefening kunst, veel schrijven heeft mij geholpen om fouten eruit te halen.
Automatiseren
Je wilt natuurlijk foutloos schrijven. Om dat te bereiken, moet je gaan automatiseren. Dat gaat het makkelijkst door jezelf aan te leren om een denkstap in te bouwen tijdens het schrijven. Zo vervang ik het werkwoord dat ik gebruik vaak even door een ander werkwoord: Jij koopt, koop jij? Jij wordt, word jij? Dat gaat altijd goed. Een ander voorbeeld is te veel en teveel. Daarbij stel ik mijzelf in mijn hoofd de vraag: kan ik er het teveel van maken? Zo ja, dan is het teveel. En anders te veel.
Vier ogen
De allerbeste oplossing om te voorkomen dat je een belangrijke tekst met fouten aanlevert, is iemand laten meekijken. Een ander ziet fouten waar je zelf overheen leest. Helaas kan dat niet altijd. Leg in dat geval je tekst ‘even aan de kant’ – slaap er het liefst letterlijk een nachtje over. Als dat niet kan, ga dan iets anders doen voor je de tekst nog een keer leest. Dat werkt bij mij meestal ook goed!