Inmiddels ben ik alweer bijna 8 jaar zelfstandig ondernemer. En dat is leuk, afwisselend, uitdagend, spannend en bijna nooit stom. Vandaag laat ik je zien waarom dat zo is. En ik koppel het aan mijn eerdere ervaringen. Ik sluit deze blog af met mijn ultieme carrièretip.
Wat maakt het leuk?
In mijn dagelijks leven geef ik adviezen over communicatie of communicatietraining. Daarnaast ben ik graag ‘uitvoerend’ bezig: ik maak plannen, schrijf content of andere uitingen. De ene keer ligt de nadruk wat meer op commercie of SEO, de andere keer is duidelijkheid juist belangrijk – vaak liefst alles. Omdat alle bedrijven en organisaties communiceren, hebben we veel verschillende opdrachtgevers. Lekker afwisselend dus. Op een maandag begint mijn week bijvoorbeeld bij een opdrachtgever in een team waar ik mijn eigen kleine stukje verzorg, verderop in de week heb ik nog contact met die grootzakelijke klant die zijn medewerkers wil laten trainen, daarna schakel ik met die overheidsinstelling over hun mails en vrijdag overleg ik met een directeur over zijn nieuwe marketingcampagne. Onderweg zijn er genoeg spannende uitdagingen, zoals het meekrijgen van een groep mensen voor de keuze voor een nieuwe tone of voice. Of de uitdaging als je nieuwe plan of strategie niet blijkt te werken. Damn! Wat nu? Inmiddels heb ik ook daar de nodige ervaring in en weet ik dat je met een goede analyse, gezond verstand en de juiste tweaks weer op het goede spoor komt.
Wat is dan wel stom?
Administratie en alles wat daar op lijkt. Een groot deel kun je uitbesteden, maar er zijn van die dingen die je sneller doet, dan uitlegt. Verder vind ik het niet leuk als ik (veel) in mijn privétijd moet werken. Als zelfstandige kan ik dat niet 100% voorkomen maar gelukkig is het niet structureel. En ach…om 22.00 uur voelt het ook goed om iets op te leveren 🙂
Iedereen heeft zijn eigen pad – en je leert altijd
Ik heb een redelijk uniek pad bewandeld, waarbij ik de meeste vaardigheden in een werkomgeving heb opgedaan. Dat begon met werken als bezorger voor een patatzaak. Daar leerde ik dat je meer fooi krijgt als je je brommerhelm af doet. En als je met slecht weer géén regenpak aandoet. Tegenwoordig weet ik dat dit gaat over ‘echt contact’ en ‘wederkerigheid’ (je voelt je bezwaard dat je die arme jongen door de regen jouw avondsnack laat bezorgen, dus geef je fooi). Ik heb ook een tijdje productiewerk gedaan – het bedrukken van juweliersdoosjes. Daar leerde ik heel goed timen, als ik de knop net iets te vroeg indrukte, kon ik precies snel genoeg de te bedrukken doosjes verwisselen en ging het razendhard. En ik leerde de machine zo instellen dat de afdruk perfect werd. Maar ik leerde daar ook over ‘goed genoeg is goed genoeg’. Zo zei de baas: ‘Jij kan die machine heel goed instellen, maar wat als degene na jou dat net iets minder kan?’. Het laatste voorbeeld wat ik wil geven is telemarketing. Wie alleen een script voorlas, had het zwaar, maar als je een echt gesprek begon én de klant oprecht hielp met kopen, dan had je het goed. Ik heb daar vooral geleerd dat verkopen draait om luisteren. Wat is nu de gemene deler tussen al deze baantjes? Mijn passie om eruit te halen wat erin zat.
Je passie achterna?
Sinds ik iemand ‘en Adriaan’ erachteraan hoorde toevoegen, ben ik niet meer zo van het woord passie. Toch gebruik het in deze blog om een belangrijk punt te maken. Ik geloof niet in ‘je passie achterna’. Want als jouw modelbouwspoorbaan je passie is, hoef je echt geen werk in die sector te zoeken. En misschien zou dat je grootste hobby zelfs kunnen verpesten. Ik geloof meer in ‘vind je passie’. Kijk maar eens om je heen, is iedereen politieman, piloot of brandweer? Nee, heel veel mensen doen werk waar ze al dan niet via studie en stage zijn ingerold. Waarvan ze ontdekten dat ze hun hart er sneller van gaat kloppen. Misschien niet elke dag, maar vaak genoeg. Werk dat ze interessant vinden. Dat ze voldoening geeft. Dat kan alles zijn, patat bezorgen, productiewerk, telemarketing of wat dan ook. Dit inzicht brengt mij tot deze ultieme carrièretip: ‘Vind je passie in het werk dat je doet!’