Ik kan best lachen om een taalfoutje hier of daar. Soms ontstaat er een onbedoeld andere betekenis doordat iemand ergens een spatie zet of weglaat, bijvoorbeeld. Maar waar ik best kan lachen om filmpjes van vallende kinderen, houd ik niet van leedvermaak om andermans onkunde. Als iemand schrijft dat de deuren wagen waait openstaan, dan gaat er echt iets mis. Want er zit geen leuke extra dubbele bodem in. En dan ben je dus mensen aan het uitlachen.
Groot probleem
Laaggeletterdheid is een groot probleem in Nederland. In 2016 becijferde de Rekenkamer dat het om maar liefst 2,5 miljoen laaggeletterden gaat. En omdat die mensen moeite hebben met het begrijpen van teksten, komen ze vaak in de problemen. Recent deed de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met Syncasso Gerechtsdeurwaarders, Kredietbank Nederland en Stichting Lezen & Schrijven onderzoek naar de geletterdheid van mensen met financiële problemen. Deelnemers waren klanten van Syncasso en de Kredietbank, mensen met financiële problemen dus. 50,3% van de deelnemers aan het onderzoek kreeg de indicatie laaggeletterdheid! In Nederland is 18% van de populatie laaggeletterd.
Positieve bijdrage
Wij proberen met ons werk op onze eigen, kleine manier een bijdrage te leveren. Door teksten duidelijk op te schrijven. Door te kiezen voor makkelijk in plaats van ‘mooi’. En door te letten op de juiste structuur, volgorde en vormgeving. Oftewel: door te schrijven voor Taalniveau B1 of A2. Het aardige daarbij is dat ook hoog theoretisch opgeleide mensen van dit soort teksten houden. Totdat je het aan hen gaat vragen, merk ik. Dan hebben mensen de neiging om vooral te willen laten merken dat ze slim zijn. Ik verdenk hen ervan te lachen om andermans taalfouten.