Heeft het geschreven woord nog toekomst?

Heel soms ben ik een klein beetje minder geduldig van aard. Misschien een enkele keer wat vaker, maar het komt hoogstens een keer per week dag voor dat ik schiet nou eens op! tegen de kinderen roep. En dat ik ’s ochtends tijdens de ‘naar school gaan en ondertussen vooral 20.000 andere dingen doen’-routine met mijn hoofd tegen de muur aan bonk, komt echt zelden voor. Of ik voel het nu minder vanwege de laag eelt die zich op mijn voorhoofd heeft opgebouwd. Dat kan ook. Enfin, voor de rest gaat het best goed hoor. Geduld. Daar hadden we het over. Soms heb je dat je even iets wilt weten, een bepaalde functie in Excel die je bijna nooit nodig hebt, of je bent aan het klussen en moet je dan van links naar rechts, of van rechts naar links laminaat leggen? Met in de ene hand je hamer en de andere hand je telefoon zoek je het even snel op. Blijken de eerste paar hits filmpjes te zijn. Aaaarrrrggghhh! Moet ik minutenlang kijken naar iemand met een baard die laminaat aan het leggen is. De voorbereiding op het leggen van jouw eigen laminaat. Volg deze stappen en het kan niet meer misgaan. Stap 1: Hoe maak je je vloer egaal? … enzovoort. Terwijl ik 1 vraag heb.

Spraak

Sommige mensen in mijn omgeving praten graag tegen hun telefoon of andere spraak-‘herkennings’-systemen. Helaas is dat voor mij toch te beperkt, binnen het handjevol mogelijkheden zit nooit degene die ik bedoel. Gelukkig gaat het hier om een zelflerend kunstmatig intelligent systeem. Dat betekent dat je met gezond verstand en de wet van Moore in de hand, kunt voorspellen dat het begrijpen vanzelf goed gaat komen. En vanaf dan hoef ik mijn telefoon niet eens meer te pakken; ik hoef alleen nog maar te roepen: Leg ik laminaat van links naar rechts of omgekeerd? en ik krijg direct het juiste antwoord. Dus – hier komt ‘ie dan eindelijk – wie heeft er vanaf dan nog behoefte aan geschreven teksten?

Stiltecoupé

Nog een ontwikkeling die meespeelt: Laatst las ik dat je tegenwoordig in Amerikaanse steden niet meer kunt verwachten dat mensen stil zijn in de bioscoop. Het is gebruikelijk dat mensen er voortdurend doorheen praten. En in de stiltecoupé is het vaak ook al niet meer zo stil. Er is gewoon minder respect voor de stilte waar een ander behoefte aan heeft. Combineer dat met de spraakgestuurde technologie en je krijgt in de toekomst overal mensen die tegen hun telefoon staan te praten. Want als iedereen het doet, is het niet meer gek. Wie stilte wil, moet maar oordoppen indoen.

Fake-mens?

Is in die wereld het geschreven woord overbodig geworden? Je zou het zeggen, maar nee, dat verwacht ik niet. Want lezen gaat in veel gevallen het snelst en zal dus altijd voor een grote groep mensen de voorkeur blijven houden. Is ons werk – het helpen van anderen met betere teksten of beter schrijven in die wereld overbodig? Misschien. Want een goed opgeleide robot zal het beter kunnen. Ik ben heel benieuwd of die schrijvende robot zich dan gedraagt als (fake-)mens of als zichzelf. En wat dat betekent voor een artikel als dit blog. Hoe zou een robot het inleiden?